donderdag 14 november 2024

Werken aan de weg

Na de aanleg van het spoor ben ik begonnen met de overige infrastructuur. Rijweg, parkeerhavens, trottoirs en halteperrons. Alles zo goed mogelijk zoals het er in 1975 uitzag. Geen moderne prefab elementen in de overpaden, maar straatwerk tussen stukjes groefrail. Geen verlagingen in de trottoirband bij oversteekpunten. Er is sinds die tijd veel veranderd!

 


De modeltrambaan op 14 november 2024.

Het proefstuk was een succes, ik had zin in het grote werk. Maar dat viel niet mee. Op het kleine proefstukje leek het gemakkelijk, maar op langere stukken was er altijd wel iets niet in orde. Zo bleek de tegelverharding van Redutex niet strak in lijn te zijn. Snijden op tegelvoegen was niet mogelijk. Voegen moesten later worden bijgewerkt. Ook het kiezen van de juiste dikte van het karton onder de verhardingen was een aardige opgave.



Grijskarton 1, 1.3 en 2 mm, wit papier 0.1, 0.3 en 0.5 mm.


Tegels mogen slechts ietsje boven de trottoirband uitkomen maar vooral niet er onder. Ook het maken van het gootje was lastig. Het meeste werk zat echter in de hoekstukken van de trottoirbanden. Die heeft Juweela niet in schaal 1:87. Ik heb ze gezaagd uit een roerhoutje van de juiste dikte. Gepruts op de millimeter! Het roerhoutje liet zich met een figuurzaag heel goed zagen.



Een verfroerhoutje als materiaal voor trottoirband hoekstukjes.


Na vastlijmen op de modeltrambaan was het hout nog goed bij te werken. Voor de Haagse langsparkeerhavens had ik alleen 90 graden hoekstukken nodig. 



Banden stellen..... het leek weer werk 😀



Tegelgoot met straatkolkrooster. Gleufjes in het rooster wel overdwars!


Na aanbrengen van de rijbaan bleven nog naden zichtbaar.

Na het aanbrengen van de rijbaanverharding bleek deze toch niet overal glad tegen de goot aan te sluiten. Ik heb die openingen weggewerkt door ze met Koemo "Steinmehl" Weg 15 (0-0.15 mm) op te vullen. Ook ruimtes tussen tegels en hoekbandjes zijn hiermee opgevuld. 



Wegverharding met daarin straatkolk- en inspectieputdeksels van Markenburg.


Voordat de trottoirbanden langs het asfalt gesteld gaan worden is eerst de tramhalte van tegelverharding voorzien. Ook hier was het weer goed meten om goed lijkende hoogtes te krijgen. Uiteindelijk zal de trottoirband langs het halteperron op 14 mm uit hart spoor liggen en 2 mm boven de spoorstaaf uitkomen.

De helling naar het perron over 5 cm lengte met 2 mm hoogteverschil oogt best goed.

In het overpad zijn vooraf kleine stukjes groefrail aangebracht. Deze groefrail is te breed, maar is uiteindelijk maar 0,8 mm breder dan een echte groefrail op schaal. In het voorbeeld heb ik 4,5 tegel tussen de groefrails gezien. Nu liggen liggen er bij mij 4. 



Groefrail door een Minitrix spoorstaaf tegen de Rocoline spoorstaaf te solderen.




Het overpad op 17 november 2024


Wordt vervolgd, Jan

vrijdag 1 november 2024

Proefstuk

 



Het proefstuk in tegenlicht.

De afgelopen twee weken stonden in het teken van bestellen, ontvangen en uitproberen. Het leek wel of ik opnieuw alles moest uitvinden. Maar vandaag is deze fase afgerond, zijn keuzes gemaakt en kan de wegenbouw echt beginnen.

Bestrating

Waar vindt je zo echt mogelijk gelijkende bestrating in de schaal 1:87? Het probleem is dat Nederlandse straatstenen vaak kleiner zijn dan in het buitenland. Veel modelbestrating viel af vanwege een onjuiste verhouding. Ook de nu "gestrate" klinkers zijn in 1:76 en dus te groot. Maar het was het beste wat ik vinden kon. Laserwerk vond ik voor bestrating te vlak. Alleen bij de goottegel, in werkelijkheid zonder vellingkanten, heb ik voor laserwerk gekozen. 


Dit beeld had ik voor ogen!


De gekozen materialen:

Trottoirbanden: Juweela 2854 (moeilijk te vinden!)
Asfalt: grijs karton 2 mm, geschilderd met Humbrol 64 en lichtjes geschuurd met korrel 400.
Tegelgoot: Markenburg 03BSV06-AC.
Straatkolkdeksel: Markenburg 03 BSV11-AD.
Straatklinkers in elleboogverband: Redutex 076AE113
Tegels: Redutex 087CC111

Vooral de tegels waren voor mij een verrassing, Ik heb duidelijk de Nederlandse modeltreinmarkt (en de berichten hierover) niet gevolgd. De tegels zijn exact op schaal en al in de juiste kleurstelling. Dat laatste geldt ook voor de straatklinkers, maar deze zijn wel wat groot, in 1:76.
De verhardingen van Redutex zijn uit flexibele kunststof en voorzien van zelfklevende folie. Het is een Spaans fabricaat en waren verkrijgbaar bij PeArt. Op een Belgisch forum sprak men over een lichte krimp (1 mm) na verloop van tijd. Niet te krap bemeten dus.

De verhardingen liggen op een gebruikelijke helling, het asfalt onder 2%, de stoep bijna vlak.

Ik kies voor een goot van 1 rij tegels. Het geeft in model een strakker beeld in vergelijking met een lastig te maken molgoot. Het lijkt op de in Den Haag veel gebruikte goot van 1 rij overdwars gestrate brede klinkers.


Zand



Vallejo Earth Texture
(foto met daglicht, onbewerkt)

Ik had nog een vraag: Hoe krijg ik in schaal 1:87 zand met een natuurlijke uitstraling? In de modelspoorhandel is grind genoeg, maar zand nauwelijks te krijgen. Koemo heeft grijs "Steinmehl", maar bij het verven daarvan verdwijnt vaak de mooie structuur. Ik las positieve berichten over Vallejo Diorama FX (Earth Texture) en heb twee potjes aangeschaft, dessert sand 26.217 en dark earth 26.218.  

Het materiaal smeert als een dunne pindakaas. Je kan het opbrengen met een plamuurmesje of een stugge kwast. Het kan uitgevlakt worden met een normaal kwastje en beetje (!) water. Het is geen vulmateriaal, ik zie het meer als een structuurverf. Ik had vooraf al wel grind tussen de dwarsliggers verlijmd, maar ik had dat hoger moeten aanvullen tot aan de dwarsliggerranden. Bij  het opdrogen klinkt het Vallejo materiaal in, vooral als het te nat is opgebracht. Ondergrond en oneffenheden zijn dan weer zichtbaar.

Mijn oordeel: Het ziet er echt uit als zand/grond! De donkere gedeeltes zijn bij mij bedoeld voor plantsoenondergrond of gras. De gele kleur werd te fel, vooral onder kunstlicht.

 

Naschrift van 19 november 2024:

Met sterk verdunde Vallejo Model Color is de kleur (na lang drogen) goed bij te werken zonder dat de structuur verdwijnt. 
Op de donkere grond kan met een licht verdunde houtlijm groen worden aangebracht, ik werk het liefst met Woodlands T45.



Het zand is bijgewerkt met Vallejo Model Color 70.990 (light grey).
Op de rails nog een stukje met de oorspronkelijke gele kleur.


Zo is de structuurverf van Vallejo bij te werken met elke gewenst kleur. Beter is om direct al een goede basis te krijgen. Ik ga voor de "Haagse zandbak" de volgende menging gebruiken:

72 % Vallejo 26.215 (grey sand) als basis
22 % Vallejo 26.217 (dessert sand) voor de kleur geel
1   % Vallejo 26.219 (brown earth) voor de kleur rood, slechts een puntje toevoegen!
5   % Vallejo 26.218 (dark earth) om het mengsel iets donkerder te maken





Groefrail

Ik heb het proefstuk ook gebruikt voor een eerste proefje met groefrail. Ik heb een Minitrix railstaafje tegen de Rocoline rails gesoldeerd. Het resultaat is bruikbaar, maar geeft in vergelijk met de werkelijkheid een (te) brede rail. Dat kan ook niet anders, want de dikke H0 wieltjes met veel speling hebben dit nodig. Ik ga dan ook alleen groefrail aanbrengen bij de wegkruisingen.



Links de groefrail, rechts de standaard rail.


En dan:

Het begin van de eerste zelf te bouwen bovenleidingmast is er!



Later meer hierover.


Met groet, Jan


 

donderdag 24 oktober 2024

Een Avenio komt op bezoek

 


De modeltrambaan wordt bouwrijp gemaakt.


Terwijl op de nog bijna kale modeltrambaan voorbereidingen worden getroffen om verhardingen te gaan aanleggen rijden de PCC wagens hun testrondjes. Vooral het exact op het juiste punt halteren vergt een goede afstelling in Koploper en de decoders in de trams. 

Maar vandaag ging de aandacht uit naar een speciale gast:



Wat komt daar nou aan?


Martijn kwam op bezoek en ik had hem gevraagd een tram van hem mee te nemen om te zien hoe deze op mijn trambaan rijdt. De toekomst van 2015 in mijn modeljaar 1975. 

Hij reed fantastisch! En ik heb weer iets nieuws geleerd: De constructie van de volledig lagevloertram veroorzaakt zichtbaar uitwaaien van de bakken bij het in- en uitrijden van scherpe bogen. En dat schijnt in werkelijkheid ook zo te zijn! De voorste of achterste bak neemt de daaraan gekoppelde bak mee bij een richtingverandering. Op straat valt dat niet zo op, er is ook een demping aangebracht, maar het model laat het duidelijk zien. Heel bijzonder.

De ontwikkeling van dit fraaie model was niet eenvoudig. Skiptram heeft hierover een uitvoerig verslag geschreven op de site: Skiptram MODEL in H0 R-net Siemens Avenio 



De perrons zijn er nog niet, de brede Avenio kan nog langs de toekomstige haltes.


Het zal bij een eenmalig optreden blijven. De tram is breder dan de PCC. Ik bouw de perrons op basis van het PVR voor de GTL8, even breed als de PCC-trams. De HTM heeft de halteperrons moeten aanpassen voor de RegioCitadis en Avenio. Dat ga ik niet doen 😏, het blijft bij mij als in 1975!

De modeltrambaan kwam glorieus uit de test en Martijn zag voor het eerst zijn Avenio over een helling van 3,5% rijden! Het was een mooie ochtend.


Wat volgt:

Inmiddels is veel bouwmateriaal besteld en deels al geleverd. Ik ga met nog nooit gebruikte materialen werken en daarom eerst een proefstuk bouwen. Een proefstuk gelijk aan een strook vanaf de voorzijde van de tafel tot aan de toekomstige huizenrij. Als een dwarsprofiel in 3D (ik blijf tekenaar 😉).

Een bouwverslag hiervan volgt!

 





donderdag 17 oktober 2024

Definitieve plek decoders

 


De decoder inbouw is klaar en alle drie de aanwezige trams rijden hun rondjes in de vaste dienstregeling. De Lenz decoder laat de tram langzaam en vloeiend optrekken en afremmen, aangestuurd door het computerprogramma Koploper. De Lenz decoder geeft geen schokken bij lage snelheden wat de ESU decoder in dezelfde tram wel deed. Het had wellicht door decoderinstellingen in de ESU decoder verbeterd kunnen worden, maar waarom als het in één keer ook goed kan?

Wat voor mooi rijden altijd noodzakelijk blijft zijn schone rails en wielen. Daar komt niemand onderuit. Het Roco poetsblokje en de wattenstaafjes liggen gereed!

Op bovenstaande foto de verschillende frames. De bovenste zonder ruimte voor decoder inbouw, de onderste met twee vakjes net voor de motor. Om in de variant zonder de vakjes toch een decoder kwijt te kunnen heb ik zelf een vakje moeten frezen. Dat geeft rommel. Om motor en draaistellen daartegen te beschermen zijn deze eerst verwijderd.




Op de voorgrond de motor (made in China) met twee metalen cardanassen en de twee Halling draaistellen.
In het frame het is het decodervakje gemaakt en nog zichtbaar door de witte kunststof. Het kunststof van het frame is vrij hard. Ik heb daardoor alle vertrouwen in de duurzaamheid van het frame. De draaistellen zijn vrij gemakkelijk naar onderen uit te wippen. Ik hoop wel dat die tijdens het rijden altijd netjes blijven zitten, ook na langere tijd. 

De drie decoderdraden voor de verlichting zijn voor de inbouw weggenomen. Verlichting blijft, indien toch gewenst, altijd nog mogelijk door er weer decoderdraad aan te solderen. 

Met groet, Jan


donderdag 10 oktober 2024

Riess PCC onder het mes

Decoderinbouw in een PCC model van Alfred Riess



ESU Decoder ingebouwd in het Halling frame van de Riess tram.
Deze is later vervangen door een Lenz decoder.


Eventjes een decoder er in.... eventjes? Dus niet!

Wat zou ik aantreffen als ik de Riess tram zou openen? Het werd een hele operatie. Aan de onderzijde bleken drie microschroeven te zitten, nauwelijks zichtbaar onder een laag zwarte lak.... of onder een eveneens zwart gelakt messing plaatje!




Aan de achterzijde van de tram zaten twee schroeven. Na schoonkrabben waren die er makkelijk uit te draaien. Dat was anders aan de voorzijde:




Hier zat een enkele schroef in het midden, onder een (te) strak vastgezette koppeling. Over de schroef van de koppeling zat een rooster. Dat rooster vormt, samen met de baanruimer, een gevouwen messing plaatje dat vastgelijmd zit op het frame. Er zat niets anders op dan het rooster omhoog te buigen zoals op de foto. En als je dat een paar keer doet heb je het rooster los in je vingers!

Bij twee van de drie trams werd het nog erger. De los te maken messing schroef zat half onder het plaatje! Het plaatje zat muurvast gelijmd op het frame. Ik kreeg het er niet af. Ik heb het messing boven de schroef -heel voorzichtig- weg gefreesd. Daarna kon ook hier het messing schroefje er uit.

Na het opzij leggen van de drie schroefjes en het omhoog schuiven van de kap kwam de volgende verassing: Het metalen interieur zat vastgelijmd op het frame! Dat interieur moest er wel af.....




Gelukkig was de lijm week en er kon beetje bij beetje een opening getrokken worden. Met een scherp mesje moesten de lijmdraden worden doorgesneden. Toen kon het interieur ter zijde worden gelegd. Bij één tram zaten ook stroomdraden vastgelijmd. Niet zo erg, want die werden toch vervangen.

Nu bleek ook dat stroomafnemers bij drie wielen op de flenzen stonden in plaats van aan de binnenzijde er tegenaan.




Daar kon ik nu makkelijk bij, maar vanaf de onderzijde van de tram is dat niet op de juiste wijze te doen. Als je een tram zo afgeleverd krijgt ........

Dan over de plek voor de decoder. In de boven genoemde tram waren twee lage nokken vlak voor de motor. Dat werd de decoderruimte (op de eerste foto). Maar in een volgende tram (onderstaande foto) waren de nokken hoger. Daar heb ik de Lenz decoder aan het interieur geplakt. Boven de cardanas was daar ruimte voor. Ik ga nog proberen de hoge nokken te verlagen. Ik vind de plek voor de motor beter dan het plakwerk. (Zie ook volgend bericht: Definitieve plek decoders )



Lenz decoder hier nog aan het dak geplakt, later (na freeswerk) voor de motor geplaatst.


Bij de allereerste tram had ik de decoder op het achterbalkon gelegd. Ook al valt dat niet zo op, ik vind dat de decoder niet zichtbaar moet zijn. Maar als er ook verlichting ingebouwd moet worden? Dan moet er echt wat aan het frame en/of interieur veranderen.


Conclusie:

Decoder inbouwen bij de Riess tram is een hele uitdaging, maar wel te doen. Het open maken van de tram biedt tevens gelegenheid eventuele foutjes te herstellen. Achteraf geeft het een goed gevoel als de tram door een eigen bijdrage beter rijdt. 


Het resultaat:

Bij de Lokpilot 5 microdecoder van ESU rijdt de tram goed in de hogere decoderstappen, maar gaat soms schokken in de drie laagste decoderstappen. Misschien is dat er nog uit te halen door de instelling van de decoder te wijzigen maar:

De Lenz decoder gaf direct een zijdezachte loop, ook in de laagste decoderstappen. Gemeten snelheid in tweede stap: 4 km/uur! 

De drie trams zijn na decoder inbouw in een proefbedrijf ingezet, de tram met de Lenz decoder zoemt zachtjes over de rails, de beide anderen blijven schokken bij het stoppen en optrekken. Het moet de cruise control zijn, ik had het al eens eerder bij mijn Bemo modellen. 

De decoderkeuze wordt Lenz SILVERmini+, artikel 10310-02.



Drie trams in dienst, plaatje aanklikken voor een leesbaar beeld.


Wordt vervolgd, Jan




zondag 6 oktober 2024

Railbouw klaar!

 


Het gewenste plaatje komt in beeld.

Op 3 oktober was de modeltrambaan spoortechnisch gereed. Ook kon de rijdende tram op het computerscherm gevolgd worden. Vanwege de plek in de woonkamer is de baan direct wat aangekleed met een bomenrij van MBR. Deze bomen waren al een tijd geleden voor dat doel uitgezocht.



De modeltrambaan op 4 oktober 2024.


Een grote verrassing was het toch gemakkelijk voor kunnen buigen van flexrail. Door de losgehaalde spoorstaaf snel langs vastgezette schroeven te trekken is een juiste boog te verkrijgen. Op de pagina De bouw meer hierover.



Voorbuigen van flexrail, rechtsvoor de eenvoudige "buigmal",
daarachter de al voorgebogen spoorstaven.


En dan op één middag plantgaten "graven" en de geplante bomen ook snoeien:





De proefritten zijn even onderbroken ......



Nog een paar plaatjes, waarbij gemakkelijk te bedenken is hoe het er daar later uit gaat zien:






Het schaduwstation met links op de voorgrond een extra programmeerspoor:



  
In de komende tijd gaat de aandacht uit naar het computerprogramma en de inbouw en instelling van de  decoders in de trams. Daarna volgt een uitgebreid testprogramma.

De bouw gaat later in de winter verder met de aanleg van alle verhardingen zoals wegen, trottoirs en halteperrons. 

Met groet, Jan





zondag 29 september 2024

De tram rijdt digitaal.

In de afgelopen twee weken zijn rails gelegd en aangesloten, wissels aangesloten en het digitale systeem in werking gesteld. Alles ging goed, maar niet altijd gemakkelijk!



De later verdekte keerlus is van rails voorzien en getest.

Het leggen van de RocoLine rails is niet moeilijk. Ik lijm ze met "Bison Alleslijm" vast op de kurk. Dat doe ik al 50 jaar en dat heeft nooit problemen gegeven. Lastiger zijn de scherpe bogen bestaande uit flexrail. Ik kreeg het nog niet goed voor elkaar een enkele spoorstaaf voor te buigen in een voldoende vloeiende boog. Maar het kan wel, zie volgend bericht. Ik koos eerst nog voor het handmatig buigen van de gehele rail en deze vast te zetten tussen op maat gesneden 2 mm grijs karton. De dwarsligger had ik vooraf aan de buitenzijde los gesneden. Ook zonder het karton bleef de rail vast op zijn plek, maar voor de zekerheid is het karton ook al definitief vastgeplakt. Deze opvulling naast en tussen de sporen zou er later toch moeten komen.



Binnenboog van Roco R1 (25 cm), buitenboog van Roco Flexrail R=29,5 cm.

In de verdekte keerluis moest vooraf tunnelbovenleiding worden aangebracht. Dat heb ik opgelost door een spoorstaaf aan het plafond vast te schroeven. Dat lijkt nu een goede oplossing. Buiten het overdekte gedeelte neemt later een rijdraad het over. De railstaaf is voor montage van de bovenplaat vastgezet. Dat hier uiterst nauwkeurig gewerkt moest worden hoeft geen uitleg.



Tunnelbovenleiding (railstaven) gemonteerd tegen de bovenplaat. 
De schroeven aan het einde van vier onderbroken lijnen zijn de latere bevestigingspunten voor de met veertjes af te spannen rijdraden op het zichtbare gedeelte.


Tram "ondergronds". De ruimte tussen bovenzijde spoorstaaf en onderzijde bovenleidingstaaf is 65 mm. Maar bij het uitkomen van de "tunnel" ligt het spoor al weer 1 cm hoger. Daar is dus slechts 55 mm beschikbaar. Voor de huidige (Riess) PCC's voldoende, maar voor andere trams?

De meeste moeite had ik met de koppeling tussen IB 2 Neo en de laptop met Windows 11. Er moest vooraf een driver geïnstalleerd worden die van de site van Uhlenbrock te downloaden was. Windows 11 download op de achtergrond. Dat deed ik via de WiFi en dat bleek lange tijd te duren. Ik had hier meer geduld voor moeten hebben.

Maar het programma Koploper communiceert prima met de IB! Leuk om te zien dat een druk op het schakelbord van de IB ook direct resulteert in het omzetten van het wisselsymbool op het laptopscherm.



Lijn 12 is al zichtbaar op het scherm (aanklikken voor een leesbaar beeld)

De eerste tram is voorzien van een ESU Lokpilot 5 micro decoder. Ik ben nog bezig met een definitieve keuze voor merk decoder en bevestigingsplek in de tram. Later plaatjes hiervan!

Met groet, Jan